Het boek belicht alle facetten van het huis in Nederland in de negentiende en twintigste eeuw. Ruimtelijke opzet, vormgeving en de rol van architecten, bouwkundigen en ambachtslieden komen ruimschoots aan bod, maar ook interieur, inrichting en gebruik krijgen alle aandacht.
De overgang van de ambachtelijkheid van de woonhuisarchitectuur in de negentiende eeuw naar de ontwikkeling van industrieel vervaardigde bouwmaterialen en toenemende bouwproductie in de twintigste, benadrukt de eclectische dynamiek van deze periode en maakt dit omvangrijke werk tot een specifiek tijdsdocument.
Vereniging Hendrick de Keyser zet zich in voor het behoud van architectonisch/historisch belangrijke gebouwen en hun interieurs. Zij doet dit door panden te verwerven en te restaureren. De gebouwen zijn sprekende voorbeelden van architectuur of wooncultuur uit de vroege vijftiende tot de twintigste eeuw. Omdat de geschiedenis zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant afleesbaar dient te zijn wordt veel aandacht besteed aan bouwhistorische constructies en de historische authenticiteit van het interieur.
1 / 34